Ontstaan PKN in Koudekerke en invloeden uit omgeving
Hieronder een weergave van het ontstaan van de PROTESTANTSE KERK in NEDERLAND (PKN) in Koudekerke. Aanvullingen/verbeteringen, anekdotes van harte welkom. Schrijf het op voor het Kerkblad en/of website.
Ontstaan-PKN-in-Koudekerke-en-invloeden-uit-omgeving
Michaëlskerk te Koudekerke
Het kerkgebouw:
De oorspronkelijke kerk is waarschijnlijk een houten kerk geweest. Deze kerk staat op de lijst van eigendommen van de abdij van Echternach, opgemaakt tussen 1181 en 1210 en wordt daarna “Coldekirca” genoemd.
Na de oorspronkelijke kerk is er een grote gothische kerk gebouwd. Dat verklaart dat deze kerkring vrij ruim is. In Antwerpen wordt van deze kerk een afbeelding bewaard.Deze kerk had een laag middenschip met aanbouwen en een verhoogd koor. Aan de westzijde stond een forse toren met een hoge spits.
De kerk was gewijd aan de aartsengel Michaël, de twee zijaltaren resp. aan St. Jacob en aan de apostelen Petrus en Paulus.
Zoals zovele kerken op Walcheren is ook deze kerk tijdens het beleg van Middelburg (1572-1574) in de Tachtigjarige Oorlog zwaar beschadigd.
In de huidige kerk is de oudste leesbare grafsteen die van Neeltje Symbens, weduwe van Willem Gillise Bogaert, gestorven in 1603. Helaas is dit niet meer te zien omdat bij de renovatie in 1952 de kerkvloer glad gestreken is, naar de inzichten van die tijd. Verondersteld wordt dat de huidige kerk in de 17e eeuw gebouwd is.
De kerk heeft vijf traveeën en wordt gesierd door een torentje, een ‘dakruiter’ van 28 m. hoog. Hierin hangen twee klokken en het uurwerk. De kleine klok is in 1570 door Peter van der Ghyn gegoten. Deze slaat kwart over en de halve uren. De grote klok werd in 1775 door Michaël Everhard gegoten; deze slaat om kwart vóór en op het hele uur. Alleen de grote klok kan geluid worden. De beide klokken werden in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gevorderd maar kwamen terug.
Vóór de interieurverbouwing van 1952 zaten de vrouwen en de kinderen in het middenschip en de mannen daar als een wacht omheen. Dat gebruik stamt uit de tijd van de hagepreken. Nu zitten de mannen en vrouwen, zoals vrijwel overal, door elkaar. Het oude interieur is te zien op een tekening in de consistorie. De huidige preekstoel is in het begin van de eeuw geplaatst en is afkomstig uit een rooms-katholieke kerk in Drenthe.
In 1963 werd de kerk aan de buitenkant gerestaureerd. Het lekkende dak werd gerepareerd en van nieuwe leien voorzien. De uiteinden van de zware steunbalken bleken in de muur vergaan te zijn en hiervoor werd ook een oplossing gevonden. De lelijke pleisterlaag aan de buitenkant werd verwijderd, zodat de prachtige oude moppen weer tevoorschijn kwamen.
Het inmiddels verweerde ijzeren hek rondom de kerk werd verwijderd, maar om financiële redenen kon dat niet worden vervangen door de oorspronkelijke muur, zodat het hof rond de kerk vele jaren open is geweest. Pas in 1992 werd de muur door de burgerlijke gemeente herbouwd.
Op het voormalige kerkhof rond de kerk bevinden zich zeven Engelse graven uit de Franse tijd. Eén van de opschriften luidt: “Treur niet om mij, mijn dierbare verwanten, ik ben niet dood maar slaap hier. Mijn schuld is betaald. U ziet mijn graf. Bereid uzelf om mij te volgen.”
Het orgel:
Het orgel komt uit de Nederlands Hervormde kerk te Neerijnen en werd hier in 1868 geplaatst door de Vlissingse orgelbouwer P.M. van Sprang. De bouwer is niet bekend, maar vormgeving en decoratie lijken sterk op orgels van Thomas en Pieter Weidtman uit Ratingen (Duitsland).
De dispositie is als volgt:
1. Holpijp 8′ 6. Quint 1⅓”
2. Prestant 4′ 7. Sesquialter 2 st disc.
3. Fluit 4′ 8. Mixtuur 2-3 st
4. Octaaf 2′ 9. Cimbel
5. Gemshoorn 2′ 10. Regaal 8′
Het orgel heeft één klavier. Het pedaal is aangehangen en heeft een niet-genormaliseerd klavier, wat het bespelen door een organist, die daar niet mee vertrouwd is, lastig maakt.
Het orgel werd in 1953 door firma Vulpen uit Utrecht grondig gerestaureerd. De windlade bleek te zijn dichtgeplakt met vellen perkament, waarop tot dan toe onbekende hymnen staan. Deze vellen hangen ‘s zondags in de kerk. Bij deze restauratie werden de stemmen 7, 9 en 10 geplaatst. In plaats van de Regaal zat er oorspronkelijk een zwakke Trompet.
Door zijn vele vulstemmen heeft het orgel (bij vol werk) een schelle heldere klank. Dat maakt het orgel geschikt voor de weergave van Barokmuziek. Het orgel heeft geen schokbalg, wat soms een bibberig klankeffect geeft. In 1953 werd de zwarte verflaag van de orgelkast verwijderd, zodat het prachtige eikenhout weer tevoorschijn kwam.
Markante pastores door de jaren heen:
De laatste pastoor van Koudekerke, Johannes van Strijen, is nog benoemd tot bisschop van Middelburg, maar heeft als gevolg van de Reformatie zijn latere zetel niet meer ingenomen.
In 1583 kwam Pieter van den Broucke als eerste predikant in vaste dienst. De tweede predikant was de bekende Antonius Walaeus (1602-1604), één van de vertalers, die werkten aan de Statenvertaling. Aan deze vertaling werkte ook de vierde predikant, ds. Joost van Laren (1617-1619).
Ds. Henricus Schortinghuis ontwierp als zeer verdienstelijk sterrenkundige een lunarium, een toestel om de beweging van de maan aanschouwelijk voor te stellen. Onder één van de stenen van de kerk ligt zijn 17-jarige dochter begraven.
Uit de 19e eeuw willen we nog ds. Leendert Schouten noemen (1854-1857). In die tijd besloten de zes predikanten van Middelburg op een bepaalde zondag in toga te gaan preken. Dit gaf grote consternatie en degenen die bezwaar hadden, gingen naar ds. Schouten, die deze ‘dekmantel der ongerechtigheden’ niet droeg, maar gekleed bleef gaan in korte broek, rok en steek. Ds. Schouten werd vooral bekend om zijn levenswerk, een model van de tabernakel. Dit kunstwerk is nu te zien in het Bijbels Museum te Amsterdam.
In de consistorie hangt een volledige naamlijst van de pastores vanaf 1583 die de gemeente van Koudekerke gediend hebben.